1)
Op welk type waterlopen zijn deze voorwaarden van toepassing?
De volgende voorwaarden zijn alleen van toepassing op onbevaarbare waterlopen.
2)
Wat wordt begrepen onder (partiėle) grondige ruimingen?
De grondige ruiming omvat:
- 1°
- het uitvoeren van de oppervlakkige ruiming volgens 3.1;
- 2°
- het verwijderen van sediment van de open waterloopgedeelten en in de doorgangen van de waterloop onder de bruggen;
- 3°
- de verwijdering van sediment in de open waterloopgedeelten gebeurt tot op maximaal het vergund geachte of theoretisch aangelegde profiel. De teen van het taludvlak en de vaste bodem moet ongeschonden bewaard worden;
- 4°
- het verwijderen van sediment in de overwelfde en ingebuisde trajecten van waterlopen;
- 5°
- het ter plaatse deponeren of het afvoeren van ruimingsspecie (waterbodem, slib of sediment) en andere ruimingsproducten volgens 3.5.
Een partiėle grondige ruiming is een grondige ruiming over een gedeelte van de bodembreedte, gemeten in elk dwarsprofiel.
3)
Wat is normaal onderhoud?
- § 1
- Wanneer kan normaal onderhoud?
Ruiming van overwelfde en ingebuisde waterlopen worden steeds beschouwd als normaal onderhoud.
De grondige of partiėle grondige ruiming van open waterloopgedeelten moet gebeuren in een periode buiten het broed- en paaiseizoen. Dat is tussen 1 augustus en 15 maart.
De uitvoering gebeurt alleen tijdens perioden met normale waterstand en bij voldoende (normale) helderheidsgraad van het beekwater.
- § 2
- Waar kan normaal onderhoud?
De grondige ruiming en partiėle grondige ruiming worden als normaal onderhoud beschouwd op de trajecten gelegen:
- 1°
- buiten SBZ-gebied;
- 2°
- buiten VEN-gebied;
- 3°
- buiten of niet onmiddellijk grenzend
(1)
aan de gewestplanbestemmingen groen (code 07xx) en bos (code 08xx).
- § 3
- Hoe gebeurt normaal onderhoud?
Voor het normaal onderhoud gelden de volgende principes:
- 1°
- alleen de sliblaag mag geruimd worden. De harde bodem mag niet verstoord worden;
- 2°
- de aanwezige structuurkwaliteit (bijvoorbeeld holle en bolle oevers) moet maximaal behouden blijven;
- 3°
- er wordt in stroomopwaartse richting gewerkt. Vissen zullen stroomopwaarts proberen te vluchten waardoor ze zich uit de werkzone verplaatsen;
- 4°
- er worden geen droogleggingen of drastische peilverlagingen tijdens de werken voorzien.
Het ruimen van slibvangen, pompboezems, uitlekzones, enzovoort behoort, ongeacht de bestemming en inkleuring als VEN of SBZ, tot het normaal onderhoud als de ruiming tot doel heeft het vergund geachte of theoretisch aangelegde profiel te herstellen én de ruiming uitgevoerd wordt tussen 1 augustus en 15 maart. Ook de ruiming van aanslibbingen ter hoogte van kunstwerken (maximaal 50 m stroomopwaarts en/of stroomafwaarts van kunstwerken) behoren tot het normaal onderhoud tussen 1 augustus en 15 maart.
Alhoewel dit weinig voorkomt, worden waterlooptrajecten soms drooggelegd door afdamming tijdens ruimingswerken. In dergelijk geval moeten visreddingen worden uitgevoerd. Het heeft weinig zin om hierover generieke afspraken te maken omdat elke waterloop anders is. In dergelijk geval dient steeds een natuurvergunning te worden aangevraagd.
(1)
|
Deze formulering wordt hier gebruikt omdat soms de gewestplanbestemming van de ene oever kan verschillen van die op de tegenoverliggende oever. Als op één van beide of op beide oevers een groene gewestplanbestemming voorkomt, is de gebiedsgerichte afweging van toepassing.
|