In afwijking van artikel 3/1.2.1, § 1, van dit besluit wordt in bestaande gebouwen waar uiterlijk op 31 december 2016 al individuele meters voor het warmte-, koelings- of warmwaterverbruik zijn geplaatst die, bij de plaatsing, voldeden aan de op dat moment geldende vereisten van het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten of het koninklijk besluit van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten, alleen overgegaan tot vervanging als de verbruiksmeters niet meer voldoen aan de vereiste nauwkeurigheidsklasse, vermeld in respectievelijk het koninklijk besluit van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten of het koninklijk besluit van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten. In dat geval is artikel 3/1.2.1, § 1, van overeenkomstige toepassing op de vervanging van de verbruiksmeters.
Ingevoegd bij art. 2 B.Vl.Reg. 16 december 2016 (BS 23 januari 2017 (ed. 3)).