21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek
Afdeling 4 Bewijskracht van akten van de burgerlijke stand
Wetshistoriek
Afdeling 4 (art. 23 - art. 27) vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 23
Enkel de akten van de burgerlijke stand gelden als enige bewijs van de staat van de persoon, tenzij de wet het anders bepaalt.
Enkel de processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 47 en 57 gelden als enige bewijs van de staat van de persoon, zolang er op basis hiervan geen akte van de burgerlijke stand werd opgemaakt.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 24
De na [31 maart 2019] in de DABS opgenomen akten, alsook de afschriften en uittreksels daarvan, gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 61 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).
Artikel 25
§ 1
De in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand op basis van de vóór [31 maart 2019] op papier opgemaakte akten, gelden tot bewijs van het tegendeel.
De oorspronkelijke papieren akten gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.
In geval van tegenstrijdigheid tussen een oorspronkelijke papieren akte en dezelfde, in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akte, heeft de oorspronkelijke papieren akte voorrang op deze laatste.
§ 2
De in gedematerialiseerde vorm in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand op basis van op papier opgemaakte processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 47 en 57 gelden tot bewijs van het tegendeel.
De oorspronkelijke op papier opgemaakte processen-verbaal als bedoeld in de artikelen 14, vierde lid, 47 en 57 gelden tot bewijs van valsheid in geschrifte.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 61 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).
Artikel 26
Indien een akte van de burgerlijke stand vernietigd of verloren is gegaan, kan de akte vervangen worden overeenkomstig artikel 35.
De vernietiging of het verlies en de inhoud van de akte kunnen bewezen worden door geschriften, door andere authentieke bronnen of door getuigen.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 27
Elke persoon kan de vervangende akte van de burgerlijke stand aan elke verzoekende overheid overleggen, indien hij aantoont dat hij nog steeds in de onmogelijkheid verkeert de betrokken akte van de burgerlijke stand te verkrijgen, voor zover de juistheid van de erin vervatte gegevens niet wordt weerlegd.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).