§ 1
Bodemmaterialen die concentraties van stoffen bevatten die lager zijn dan of gelijk zijn aan de waarden, vermeld in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, kunnen vrij als bodem worden gebruikt.
§ 2
Bodemmaterialen die concentraties van stoffen bevatten die hoger zijn dan de waarden, vermeld in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, of waarvan men weet of redelijkerwijs kan aannemen dat ze verontreinigende stoffen bevatten die niet vermeld zijn in de voormelde bijlage V, kunnen als bodem worden gebruikt onder de vijf volgende voorwaarden:
- 1°
- het gebruik van de bodemmaterialen veroorzaakt geen bijkomende verontreiniging van het grondwater;
- 2°
- de mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen levert geen bijkomend risico op;
- 3°
- de concentraties van stoffen in de bodemmaterialen lager dan of gelijk aan 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het bestemmingstype waarin de ontvangende grond wordt ingedeeld conform de bepalingen van bijlage IV, die bij dit besluit is gevoegd. Voor de concentraties aan zware metalen of metalloïden die van nature aanwezig zijn, kan daarvan afgeweken worden tot de waarde van de natuurlijke concentraties in de bodem;
- 4°
- de gemiddelde concentraties van stoffen in de bodemmaterialen zijn lager dan of gelijk aan de concentraties in de ontvangende grond. Voor de opvulling van een groeve, graverij, uitgraving of andere put, vergund conform rubriek 60 van bijlage 1 van VLAREM II, die ligt in bestemmingstype I, II of III, kan daarvan afgeweken worden tot 80 % van de overeenstemmende bodemsaneringsnormen van het bestemmingstype waarin de groeve, graverij, uitgraving of andere put wordt ingedeeld. Voor de opvulling van een groeve, graverij, uitgraving of andere put, vergund conform rubriek 60 van bijlage 1 van VLAREM II, die ligt in bestemmingstype IV of V, kan daarvan afgeweken worden tot maximaal de waarden van bijlage IV voor bestemmingstype III;
- 5°
- de bodemmaterialen worden vóór het gebruik als bodem gereinigd door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen als ze concentraties van stoffen bevatten die hoger zijn dan de waarden, vermeld in bijlage IV, die bij dit besluit is gevoegd, voor bestemmingstype III of als ze concentraties van verontreinigende stoffen bevatten die niet vermeld zijn in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, waardoor ze niet aan de voorwaarden, vermeld in punt 1° en 2°, voor het gebruik als bodem voldoen. Als de bodemmaterialen niet reinigbaar zijn door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen, worden de bodemmaterialen beheerd conform de bepalingen van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
§ 3
In afwijking van paragraaf 1 en 2 kan bagger- en ruimingsspecie die vanuit bouwtechnisch of milieukundig oogpunt niet valoriseerbaar is om te gebruiken als bodem, worden verwijderd conform de bepalingen van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Het potentieel tot valorisatie van bagger- en ruimingsspecie die vanuit bouwtechnisch of milieukundig oogpunt geschikt is, wordt bepaald op basis van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen.
§ 4
Er wordt nagegaan of aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, is voldaan aan de hand van een technisch verslag.
Er wordt nagegaan of aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, is voldaan aan de hand van een technisch verslag en een studie van de ontvangende grond.
De reinigbaarheid, vermeld in paragraaf 2, 5°, laatste zin, en de valorisatie, vermeld in paragraaf 3, worden beoordeeld conform een code van goede praktijk die op voorstel van de OVAM wordt vastgesteld door de minister.
Vervangen bij art. 43 B.Vl.Reg. 21 september 2018 (BS 17 december 2018), met ingang van 1 april 2019 (art. 80).