Meer info
     

08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867

Hoofdstuk VI Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam

Artikel 227
Hij die zich inmengt in openbare ambten, hetzij burgerlijke of militaire, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar.

Artikel 227bis

§ 1

[Met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro] wordt gestraft hij die wederrechtelijk in het openbaar de titel of de graad aanneemt, als titularis of opvolger, van personen die deelnemen aan de uitoefening van openbare macht dan wel een burgerlijk of militair openbaar ambt uitoefenen.]

§ 2

Met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderd [euro] worden gestraft de reserveofficieren, gepensioneerde officieren, officieren en reserveofficieren titularissen van een eregraad, die de titel van officier of die van hun graad in het openbaar voeren, zonder die, al naar het geval, te doen voorafgaan door de vermelding “reserve”, “gepensioneerd”, “ere-”, “erereserve-”.]
Wetshistoriek
Art. ingevoegd bij enig art. W. 7 mei 1947 (B.S., 19-20 mei).
§ 1 vervangen bij enig art. W. 1 februari 1977 (B.S., 3 maart 1977) en gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).
§ 2 gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 227ter
Hij die in het openbaar de titel van advocaat aanneemt, zonder ingeschreven te zijn op het tableau van de Orde of op een lijst van stagiairs, of de titel van ereadvocaat zonder in het bezit te zijn van de in artikel 436 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde machtiging, wordt gestraft met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro].]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 (art. 138) W. 10 oktober 1967 (B.S., 31 oktober 1967), met ingang van 1 november 1968 (art. 3 K.B. 3 augustus 1968 (B.S., 23 augustus 1968)) en gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 228
Hij die in het openbaar een kledij, een uniform, een ereteken, een lint of andere onderscheidingstekens van een orde draagt, die hem niet toekomen, wordt gestraft met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro].
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 229
De Belg die in het openbaar het ereteken, het lint of andere onderscheidingstekens van een vreemde orde draagt, alvorens daartoe van de Koning verlof te hebben gekregen, wordt gestraft met geldboete van vijftig [euro] tot vijfhonderd [euro].
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 230
Met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro] wordt gestraft hij die in het openbaar een adellijke titel aanneemt die hem niet toekomt.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 231
Hij die in het openbaar een naam aanneemt, die hem niet toekomt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van vijfentwintig [euro] tot driehonderd [euro], of met een van die straffen alleen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).

Artikel 232
Ieder ambtenaar, ieder openbaar officier die in zijn akten aan de daarin vermelde personen, in verstandhouding met hen, namen of adellijke titels geeft die hun niet toekomen, wordt gestraft met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro].
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).